Elke gemeente heeft te maken met een aanzienlijke isolatieopgave. Bij het isoleren van woningen worden echter regelmatig beschermde diersoorten gedood of verstoord. Om te kunnen isoleren en tegelijkertijd de natuur te beschermen, wordt gewerkt aan het opstellen van een gemeentelijk soortenmanagementplan (SMP). Het duurt echter ca. 1,5 jaar voordat een SMP gereed is. Om op de korte termijn toch al woningen te kunnen isoleren zonder uitgebreid ecologisch onderzoek, is medio mei de landelijke aanpak Natuurvriendelijk Isoleren (NVI) van start gegaan.
Wat kan de gemeente doen?
Om te compenseren voor de grotere (kraam)verblijven van dieren die verloren zijn gegaan tijdens het isoleren, hebben gemeenten de taak om voor nieuwe, kraam- of broedplekken te zorgen voor de dieren door de hele gemeente heen. Gemeenten hebben vanuit de provincie informatie ontvangen over het aantal kraamverblijven zij per woonkern moeten realiseren.
Gemeenten moeten in hun isolatieaanpak ook rekening houden met de voorwaarden die verbonden zijn aan de landelijke aanpak NVI, zoals het maximum aantal te isoleren woningen per woonkern. Alle voorwaarden verbonden aan de landelijke aanpak NVI zijn te vinden op de website van Volkshuisvesting Nederland. Het is ook belangrijk om inwoners en lokale isolatiebedrijven te informeren over de landelijke aanpak NVI en de voorwaarden voor isolatie. De gemeenten in onze regio werken samen om kennis en ervaringen uit te wisselen.
Wat kunnen isolatiebedrijven doen?
Om gebruik te maken van de landelijke aanpak moeten isolatiebedrijven werken volgens de methodiek Natuurvriendelijk Isoleren. Medewerkers van isolatiebedrijven volgen hiervoor een speciale training. Daarin leren zij rekening te houden met beschermde diersoorten, zodat zij niet verstoord of gedood worden. De eerste stap is het ‘natuurvrij’ maken van een woning. Dit betekent dat vogels en vleermuizen de kans krijgen om weg te vliegen (bv. door de toepassing van ‘exclusion flaps’). Daarnaast wordt een ruimte in de spouw vrijgehouden voor vleermuizen. De isolatiebedrijven werken daarbij volgens de natuurkalender, waarbij rekening wordt gehouden met de winterslaap en kraamtijd/broedseizoen van vleermuizen. Na het volgen van deze training krijgt het isolatiebedrijf toegang tot een landelijke ‘Meldingsapplicatie Natuurvriendelijk Isoleren’, waarin zij bijhouden welke woningen natuurvriendelijk geïsoleerd worden.
Wat kunnen inwoners doen?
Dankzij de landelijke aanpak Natuurvriendelijk Isoleren (NVI) kunnen huiseigenaren van een grondgebonden woning aan de slag met spouwmuur-, dak- en borstweringisolatie zonder dat daar vooraf ecologisch onderzoek of een omgevingsvergunning voor nodig is. Hiervoor moeten inwoners een isolatiebedrijf inschakelen dat natuurvriendelijk isoleert.
Een andere voorwaarde is dat er in de betreffende woonkern nog niet teveel is geïsoleerd in dat jaar. Het isolatiebedrijf controleert dit voordat de isolatiemaatregelen kunnen worden uitgevoerd.