De zoekgebieden zijn bepaald op basis van de combinatie draagkracht van het landschap, koppeling met andere opgaven, technische en wettelijke beperkingen. De zoekgebieden geven nu het gehele gebied aan waar een bepaalde ontwikkeling mogelijk is. Daarbij is er op basis van draagkracht van het landschap al een onderscheid van de intensiteit van zonneparken. Die is het hoogste bij ‘langs infrastructuur’ en ‘agroclusters’ en het minste in zoekgebieden zoals beekdalen en ‘energie als kans voor landschapsherstel’. Zoekgebieden ‘energie voor natuur’ zitten daar tussenin. Gelet op de verfijning van de zoekgebieden die in de volgende stap, de PlanMER, wordt gezet, is op basis van ervaringen in De Kempen (waar die PlanMER al is uitgevoerd), maar 1/5 van het opwekpotentieel meegenomen in het bod voor grootschalige opwek in de Concept-RES.
Grootschalig zon op daken (categorie ‘no-regret’)
Het benutten van daken van (agrarische) bedrijfsgebouwen voor grootschalige opwek met zonnepanelen kan inmiddels op brede maatschappelijk steun rekenen. Vandaar dat voor dit aandeel de term ‘no-regret’ is gekozen. Voor een PV-installatie op bedrijfsdaken kan vaak de reeds aanwezig grootverbruik aansluiting worden gebruik. Voordeel hiervan is dat de opwek ook gelijktijdig gebruikt kan worden. Daarnaast is de montageconstructie van een plat dak opstelling goedkoper als een die van een veldopstelling. Landschappelijke inpassing, die ook extra grond vergt, hetgeen doortelt in de kosten van de grondvergoeding, is hier niet aan de orde. Ook hekwerken en beveiliging zijn niet aan de orde. Ook zijn de vergoedingen voor het huren van een bedrijfstak van een andere orde als de grondvergoedingen voor een zonnepark. Daardoor zijn PV-installaties op bedrijfsdaken, die in verhouding tot zonneparken aanzienlijk kleiner zijn, vaak rendabel.
Zonneparken in grondopstelling
Het voorzien in een bepaalde hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit op land, landelijk 35 TWh in 2030, vraag van ons allen iets. Natuurlijk heeft de energietransitie impact op de omgeving. Daarom hebben wij dit in de MRE-regio van begin af aan benaderd op basis de draagkracht van de verschillende landschapstype in regio. Hoe kunnen wij zonne- en windparken daar landschappelijk verantwoord een plek in geven. In de verdere verfijning richting RES 1.0 kijken we naar de milieueffecten en de koppeling met andere opgaven, zoals klimaatadaptatie, de Transitie landelijk gebied, kringlooplandbouw, het financieren van natuurontwikkeling met de opbrengsten van zon en/of wind. Recent stond een artikel in de krant over kwekers van zacht fruit die veel heil zien in het kweken van dit zacht fruit onder hoog opgestelde zonnepanelen. Die beschermen namelijk tegen harde regen, hagel en hitte.
Zoals ook in de evaluatie van beleid zonneparken is dubbel grondgebruik een must en zullen alleen de beste plannen vergund worden. Op deze wijze borgen wij zowel regionaal als lokaal dat wij zorgvuldig omgaan met de gronden in het buitengebied.